Meer dan twintig landen hebben wetten die apostasie bestraffen, deze bedreiging voor de individuele vrijheid is niet alleen gebaseerd op religieus dogmatisme, maar is een symptoom van het machtsvertoon van de natiestaat. De natiestaat is een bestuurlijke machtsstructuur gebaseerd op culturele homogeniteit, een leugen die etnische, religieuze en culturele minderheden ongeschikt masakt aan een fictieve nationale identiteit. In het stuk Oorlog en Vrede in Koerdistan, geschreven in 2008, omschrijft Abdullah Öcalan dat de natiestaat religie als onderdeel van een nationale identiteit gebruikt als middel om macht toe te eigenen, dit is de dagelijkse realiteit die ex-moslims wereldwijd ondervinden
Neem als voorbeeld de Islamitische Republiek Iran, deze natiestaat is gebaseerd op de leugen dat Iraniërs een Perzisch islamitisch volk zijn. De waarheid is echter veel complexer, er zijn vele bevolkingsgroepen waaronder Perzen, Koerden, Beloetsjen en Semnani. Ook op religieus vlak is Iran een divers land, naast moslims zijn er ook yazidi's, zoroasters, baha'i en christenen. Deze diversiteit is een bedreiging voor de autoriteit van de Iraanse natiestaat, wiens nationale identiteit gebaseerd is op het idee van de Shia Perzische Iraniër. Als gevolg hiervan wordt conservatief religieuze doctrine geforceerd op de Iraanse bevolking en worden etnische minderheden onderdrukt of zelf hun bestaan ontkent, zoals Iran doet met de Koerden. Om deze reden heeft Iran ook de doodstraf voor apostasie geïntroduceerd, ons bestaan als murtadin past niet in het beeld van de fictieve nationale identiteit van Iran.
Ditzelfde fenomeen is overigens ook te zien in het zogenaamd "progressieve, seculiere en neutrale" westen. Het Franse laïcité, zou het secularisme van de Franse staat moeten voorstellen, maar in de werkelijkheid worden de rechten van moslims vooral ingeprerkt on het mom van laïcité. Het christendom ondervindt zeker niet dezelfde gevolgen van laïcité als de islam. De Franse nationale identiteit is gebaseerd op een geforceerd secularisme voor geloven die niet het christendom zijn. Dit gaat gepaard met institutioneel racisme, want de witte man is toch echt de èchte Fransman.
De macht van de natiestaat kan minderheden op verschillende wijzen onderdrukken, vaak gebeurt dit als een combinatie van deze strategieën. De twee wijzen van onderdrukking van minderheden zijn als volgt: de actieve onderdrukking van minderheden doormiddel van repressie en de toe-eigening van minderheden om assimilatie in werking te zetten. De actieve repressie is duidelijk, neem bijvoorbeeld het verbod op het spreken van de Baskische en Catalaanse talen in Spanje onder Franco of de Nakba die Palestijnen heeft ontheemd en verdreven. De assimilatie gepaard met toe-eigening is minder voor de hand liggend. Als voorbeeld hiervan wil ik het Nederlandse homonationalisme aandragen. De Nederlandse staat beweert dat het een progressieve en queervriendelijke staat is, toch faalt de staat in het beschermen van queer personen, het geweld tegen queer personen en met name transgender personen neemt exponentieel toe, mede dankzij de hatelijke retoriek van de Führer Geert Wilders. De rechten van queer personen dreigen teruggedrongen te worden als een logisch gevolg van de zondebokpolitiek die dit kabinet voert. De verkregen "vrijheden" die de liberale democratie queer mensen heeft gegeven kunnen in een handomdraai ongedaan gemaakt worden. Vergeet niet dat dit homonationalisme van Nederland altijd een farce is geweest, de staat heeft sterilisatie voor transgender personen tot en met 2014 verplicht gesteld, voor 2002 was het homohuwelijk verboden.
De staat dicteert onze rechten als queer personen, nu nog steeds. De Nederlandse staat erkent in bepaalde gevallen transgender ouders niet als ouder van hun kind ook niet als dit de biologische ouder is. Voor een naams- of geslachtswijziging in de geboorteakte dient nog altijd een rechter te oordelen of dit legitiem is. De staat zou niet mogen dicteren wat acceptabele genderidentiteiten en genderexpressie is. Dit brengt me op het punt van assimilatie en de toe-eigening. Harde repressie veroorzaakt hard verzet, maar delen van minderheden toestaan om te bestaan in de liberale democratie zorgt ervoor dat de staat door een beetje in te leveren kleine gemeenschappen nog verder kan verdelen. Verdeel en Heers. De Nederlandse staat geeft niet om onze veiligheid en rechten als queer gemeenschap, maar accepteert een mainstream subset van queer identiteiten en expressie om ons te verdelen en de kans op verzet te verkleinen. Het Nederlandse staatsapparaat is overigens zeker wel bereid om geweld en repressie te gebruiken tegen de queer personen die niet in de acceptabele hokjes van de liberale democratie passen. Zie het geweld dat in Utrecht werd gebruikt toen transgender personen zich verzette tegen transhaat van onder andere neo-nazi's. Ook in Leiden werd geweld tegen queer personen gebruikt toen deze queer personen opkwamen voor de echte betekenis van Pride: het verzet tegen een repressief systeem. De liberale democratie heeft Pride toegeëigend als een kapitalistisch spektakel waar corporaties en het staatsapparaat gevierd worden. Je uitspreken tegen de verbastering van Pride wordt met geweld ontvangen.
De oplossing is autonome organisatie van gemeenschappen. Elke identiteit menswaardig behandeld in plaats van onderdrukt als het niet conform het beeld van de nationale identiteit manifesteert. Dit is ook de aard van veel minderheden, queer gemeenschappen zijn decentraal en autonoom, zo ook voor de revolutionaire organisatie van Rojava, de Zapatista's in Chiapas, anarchisten wereldwijd en ook het Verbond van Ex-moslims en hopelijk meer ex-moslimorganisaties in de toekomst. Alleen internationale solidariteit, dekolonisatie, verwerping van de natiestaat en het opzetten van autonoom bestuur kunnen ex-moslims en andere minderheidsgroepen hun rechten garanderen.